info@dekstationgaasterland.nl

YTSJEN, Levende legende

YTSJEN, Levende legende

Ytsjen: levende legende

Het is weinig paarden gegeven om naam te schrijven, nog tijdens hun leven. Alleen de echt bijzondere, met dat vonkje, of dat extra gouden draadje, die paarden maken het waar. Zo ook Ytsjen, de bloederige Ulkedochter van Jelle en Anneke Bouma.

 

Ytsjen. Elke Friezenliefhebber zal haar op het netvlies hebben. Haar charisma is enorm. Haar temperament beroert een ieder en haar koninklijke fiere houding tovert tranen in vele ogen. Met haar luxe, haar rankheid haar ogen als kooltjes maakt ze steevast indruk. Ytsjen stapt en draaft niet gewoon. Ytsjen danst. Door heel het lijf. Ze heeft schwung, tritt in de benen. Ze is een persoonlijkheid. In de finale van de Prijs der Besten die ze met overmacht binnenhaalde, bleef zelfs de mees nuchtere Noorderling niet onberoerd.

 

Geluk

‘Meer geluk dan wijsheid’, zo vat haar fokker en eigenaar, Jelle Bouma, Nijland, samen. ‘Nou ja, we zijn natuurlijk altijd bezig geweest om tuigpaarden te fokken. Mijn vader al’. Dus of het helemaal geluk is? Misschien toch wel. Want nadat Bouma alweer afscheid had genomen van Ulke, raakte hij toch weer in de ban van de hengst. ‘Ulke is natuurlijk een geweldenaar en ik had hem een paar keer gebruikt, maar het resulaat viel eerlijk gezegd wat tegen. Wat klassieke en gedrongene types. Dus dat was nog niet zo’n succes. Maar toen zag ik bij mijn broer twee hele beste Ulkes. Ik dacht, blikstjinder (verdorie red.), het kan wel! Ik moet toch weer naar Ulke’. Zo gebeurde het dat Jelle en Anneke toch weer twee maal Ulke bestelden. Het jaar erop vingen ze twee merrieveulens. Een fijne slanke en een wat klassiekere. ‘Ytsjen was een heel licht en fijn veulen, ik vond haar verreweg de beste!’ Zomers op de keuring, dacht de jury daar heel anders over: ‘De jury besliste anders: Ytsjen kreeg een tweede en de andere een eerste premie.

 

Stamboek

Ytsjen groeide zonder problemen op en op haar derde jaar werd ze klaargemaakt voor de keuring. En ook nu gebeurde wat Jelle niet verwacht had: ‘Ze maakten haar stamboek! Ik dacht: ‘Ze zien het verkeerd!’ Nou ja, het is natuurlijk ook persoonlijke voorkeur’, zo zwakt hij zijn uitlating ook maar weer wat af. Zeer overtuigd van de kwaliteit van Ytsjen, bleven Jelle en Anneke in haar geloven al was het traject dat volgde niet makkelijk. Bouma: ‘We brachten haar naar Jelmer Chardon om te beleren. Dat was een hele opgave en ze hebben er tijden over gedaan. De merrie was woest. Ze accepteerde het niet! Het was geen angst hoor, dat was het niet. Maar ze was bazig en accepteerde niemand. En enorm voorwaarts. Uiteindelijk hadden ze haar redelijk voor elkaar. Ze is toen weer thuis gekomen waarna we het hier opgepakt hebben. We redden het uiteindelijk al op. Ik zette haar naast Annegjen in het span’. Annegjen (Goffert 369) is Ytsjen haar moeder en die bracht haar toch wat wijsheid en manieren bij. Ondanks dat Annegjen ook wel erg voorwaarts is. ‘Samen met Annegjen in het span ben ik hier de weg uitgeweest maar of het echt vertrouwd was toen?’ Bouma vertelt over bezoekers bij hen thuis, ze wilden graag mee op de menwagen. Al was hij er niet zo voor, hij stemde toe een voorwaarde: als het mis ging, dan mochten ze niet gillen. ‘Zul je net zien, een wiel belandde even naast de weg en die mevrouw begon te gillen! Gelukkig bleven de paarden rustig en gebeurde er niets. Daarna heb ik Ytsjen maar niet meer langs de weg gereden en al helemaal niet alleen. Daar was ze toch te fel en te wakker voor’.

 

Manege

In de winter erna verhuisde Ytsjen naar de manege vlakbij dochter Fimmie en kleindochter Tjitske. Zo konden hij haar toch wat doorrijden. Dat ging best goed en het plan was opgevat om haar te starten in de Eurobottlecup. ‘Dat is ook gebeurd maar daar liet ze nog niet zoveel zien’. Bouma zou Bouma niet zijn als hij de merrie toch niet graag in het tuig wilde. Dus hij bedacht, wie nu wellicht het allerbeste bij zijn drukke Ytsjen zou passen. ‘Ik dacht, Hendrik Eppinga, die is kalm en blijft lang kalm, wat er ook gebeurt’. Dus zo kwam het dat Bouma Ytsjen bij Hendrik bracht. Jelle zijn gevoel klopte, al kostte dit ook tijd. Ytsjen en Hendrik klikten wel en langzamerhand kwam er wat rust in de merrie.

 

Foto: Ytsjen met haar fokkers en eigenaren Jelle en Anneke Bouma en voorbrengers Jelte Gerrit Eppinga en Hendrik Eppinga

‘Als het zo moet’

‘Wees voorzichtig, goed op haar passen’, met die woorden bracht Bouma haar hier’, zo vertelt Hendrik. Hij heeft inmiddels een bijzondere band met de merrie. ‘Ja, het is zeker doorsnee trainingspaard! Het is niet gewoon, hoe zij is. Ik heb niet eerder zo eentje gehad. Inmiddels ben ik aardig aan haar verknocht maar ze is hier al een jaar of vier, vijf. Steevast op 1 april, vier weken voor concours De Bilt brengt hij haar, in de winter is ze in Nijland. Ik ben constant met haar bezig. Je kunt haar geen dag laten staan, je moet elke dag iets met haar doen. Ik mag haar zo graag, omdat ze altijd wil werken, maar dat hete, dat moet je in goede banen leiden en dat is lastig. In het begin had ik veel moeite om haar in de rust te krijgen. Dan was ze weer heet en dan waaide het hard  en dan was ze er weer dat; er was altijd wat. Op een gegeven moment had ik haar thuis goed voor elkaar maar dan was het op het concoursterrein een heel gedoe. Na het eerste seizoen hier heb ik wel eens gedacht: als het nu altijd zo moet?’

 

‘Er is maar 1 Ytsjen’

Toch lukte het Hendrik om de merrie voor zich te winnen. ‘Er is maar een Ytsjen. Zij heeft iets wat een Fries eigenlijk nooit heeft. Een zweep gebruikt ik niet. Dat zou ze niet snappen. Ik mag haar niet beledigen en ik hoef niet kwaad te worden. Een heel klein zacht klikje, dat is genoeg en dan krijg ik altijd reactie. Ze is zo fel, zoveel tred in de benen, bijna hackney-achtig. Ik moet zelf rustig blijven. Mijn enige doel als ik met haar bezig ben is om haar in de rust te krijgen. Ze moet loslaten en nageven. Voorheen had ze nog dat ze zichzelf opentikte in de schouder. Gelukkig krijgen we haar meer over de rug waardoor ze ook meer het voorbeen uit gaat leggen, haar beweging meer leert afmaken.  Ze heeft er nog nooit zo goed voorgestaan als dit seizoen’. Ytsjen eindigt tot nog toe vaak bij de eerste drie. In Lunteren won zij, in De Bilt was zij tweede.

 

 

 

Genen

Hoe verklaart Bouma nu de bijzondere kwaliteiten en het unieke aard van deze karaktermerrie? ‘Tsja, dat weet ik ook niet goed. Ulke is natuurlijk ook een heethoofd en haar grootmoeder, de Feitse-merrie Ynskjen B. speelde goed bij. Die kwam omhoog als het maar iets te lang duurde’. Bouma bekend dat hij haar moeder Annegjen makkelijker en liever vindt: ‘Ytsjen is erg op zichzelf, afstandelijker. Het is een paard van geen ‘babbelegoechjes’, geen gedoe en geknuffel. Annegjen is aanhankelijker, zachter. Met Annegjen heb ik ook getuigd, maar die kon het in haar hoofd niet verwerken. Te fijngevoelig om zo op te treden, om die te sparen en heel te houden, heb ik niet doorgezet’. Gelukkig zette Bouma en later Hendrik met haar dochter wel door. Ondanks dat Ytsen heel sensibel is, heeft ze vechtlust. Hendrik: ‘Het is ongelooflijk hoe zij zich als merrie zo staande houdt tussen de hengsten, dat zie je niet zoveel’. Vorig jaar liep ze voor het eerst in de Ereklasse en draaide gelijk met de top mee. Door de jaren heen zijn dergelijke merries op een hand te tellen. Hendrik: ‘Zo’n merrie als Erma misschien, van Jan Bosma, dat was ook een fenomeen, al had zij niet dat hele ranke’. Erma draaide bijna tien jaar in de top mee met een totale winsom van bijna 14000 euro.

 

Tekst Janna Kroes, Foto’s  Karin Sevink

Phryso nr 8 augustus 2017